Jungle Boek

Veel vreemde legendes worden verteld over de jungle van het verre India. Ze spreken van Bagheera de zwarte panter, van Baloo de beer. Ze vertellen over Kaa de sluwe python en over de Heer van de Jungle, de grote tijger, Shere Khan. Maar van alle legendes is niemand zo vreemd als het verhaal van een kleine jongen genaamd Mowgli. Het verhaal begon toen een kind, helemaal alleen in de jungle achtergelaten, werd gevonden door Bagheera de panter. Hij kon de kleine, hulpeloze ‘man-cub’ niet verzorgen en voeden, dus nam Bagheera hem mee naar het hol van een wolvenfamilie met eigen jonge welpen. Zo gebeurde het dat Mowgli, zoals de mensenwelp werd genoemd, tussen de wolven werd grootgebracht. Alle junglebewoners waren zijn vrienden.

Bagheera nam Mowgli mee op lange wandelingen en leerde hem jungle-kennis. Baloo, de stuntelbeer, speelde spelletjes met Mowgli en leerde hem een ​​gemakkelijk leven te leiden. Er waren kokosnoten voor het kraken, bananen voor het schillen en zoete en sappige pawpaws om uit junglebomen te plukken. Hathi, de trotse oude leider van de olifantenkudde, probeerde de jonge Mowgli in militaire oefening te trainen terwijl hij zijn troep leidde over de junglepaden. Sluwe oude Kaa, de python, had Mowgli graag stevig in zijn wikkels willen persen. Mowgli’s vrienden waarschuwden hem tegen Kaa. Het was Shere Khan de tijger die het echte gevaar voor Mowgli vormde. Dat kwam omdat Shere Khan, net als alle tijgers, een haat tegen de mens had.

Tien keer was het regenseizoen in de jungle gekomen, terwijl Mowgli bij de wolvenfamilie thuiskwam. Toen keerde Shere Khan terug naar het jachtgebied van de wolven. Het wolvenpakket ontmoette elkaar in Council Rock toen de maan vol was. ‘Zoals u weet,’ zei Akela, de leider van het peloton, ‘Shere Khan de tijger is teruggekeerd. Als hij ontdekt dat onze roedel een man-welp herbergt, zal het gevaar voor al onze gezinnen worden verdubbeld. Zijn we het erover eens dat de man-welp moet gaan? ‘

Uit de schaduw stapte Bagheera de panter. ‘Ik heb de man-welp naar de roedel gebracht,’ zei hij. ‘Het is mijn plicht om hem veilig uit de jungle te zien. Ik ken een mannendorp niet ver weg waar goed voor hem zal worden gezorgd. ‘ Dus het was geregeld, en toen het groenachtige licht van de jungleochtend door de bladeren gleed, vertrokken Bagheera en Mowgli. De hele dag liepen ze, en toen de nacht viel sliepen ze op een hoge tak van een gigantische Banyan-boom. Dit alles leek een avontuur voor Mowgli. Maar toen hij hoorde dat hij de jungle moest verlaten, was hij geschokt.

‘Nee!’ riep Mowgli. ‘De jungle is mijn thuis. Ik kan voor mezelf zorgen. Ik zal blijven!’ Hij gleed over een lengte van de achterblijvende wijnstok en rende ruw weg. Een tijd lang marcheerde Mowgli met Hathi en de olifanten. Maar dat werd hij snel moe. Toen vond hij Baloo badend in een junglezwembad. Mowgli vergezelde hem voor een duik. Plots dook het apenvolk, het luidruchtige, dwaze Bandar-stammetje neer. Ze hadden Mowgli uit het zwembad weggehaald voordat Baloo wist wat er aan de hand was. Ze gooiden hem van hand tot hand door de lucht en zwaaiden hem weg door de bomen. In de jungle hoorde Bagheera het geroep van Mowgli en kwam met een sprong en een sprong.

‘De apen hebben Mowgli gestolen!’ hijgde Baloo. Bagheera en Baloo vlogen weg naar de verwoeste stad waar de apen hun thuis maakten. ‘Leer me het geheim van vuur,’ beval de apenkoning Mowgli. ‘De magie van vuur zal zelfs Shere Khan bang maken. Daarmee zal ik de gelijke mannen zijn. Totdat ik het geheim ken, ben je mijn gevangene. ‘ Het duurde nogal een gevecht voor Bagheera en Baloo om Mowgli die keer te redden! ‘Zie je wel,’ zeiden ze tegen hem, ‘waarom je naar het mannendorp moet gaan om veilig te zijn.’

Maar helaas, die dwaze jongen zou het niet begrijpen. Hij schopte zijn hielen en rende weer weg. Deze keer leidde zijn omzwervingen hem naar de plek waar Shere Khan in het hoge gras lag te wachten met een hongerige glimlach. Toen Mowgli de tijger zag, vroeg Shere Khan: ‘Nou man-welp, ga je niet rennen?’ Maar Mowgli had niet de wijsheid om bang te zijn. ‘Waarom zou ik rennen?’ vroeg hij, terwijl hij Shere Khan in de ogen staarde terwijl de tijger zich verzamelde voor een veer.

‘Ik ben niet bang voor jou.’ ‘Die dwaze jongen!’ gromde Bagheera, die net op tijd dichtbij was gekomen om Mowgli te horen. Zowel Bagheera als Baloo wierpen zich op de Heer van de Jungle om Mowgli nog een keer te redden. Ze waren dapper en sterk, maar de tijger was machtig van tand en klauw. Er was een bliksemflits en een dode boom in de buurt vatte vlam. Mowgli griste een brandende tak en zwaaide hem in het gezicht van Shere Khan. De tijger, doodsbang, rende weg. Mowgli was erg blij met zichzelf toen hij tussen de twee vermoeide krijgers, Bagheera en Baloo, heen en weer liep. Plots stopte Mowgli. Van voren kwam een ​​geluid dat hem vreemd was. Hij gluurde door de borstel. Het was het lied van een dorpsmeisje dat was gekomen om haar waterkruik te vullen. Terwijl hij naar de zachte tonen van haar lied luisterde, voelde Mowgli zich vreemd van binnen. Hij voelde dat hij haar moest volgen. Mowgli sloop het pad naar het dorp op en volgde het meisje en haar lied. Baloo en Bagheera keken naar het kleine figuur zolang het te zien was. Toen Mowgli binnen de dorpspoort verdween, zuchtte Bagheera diep. ‘Het is zoals het hoort, Baloo,’ zei hij. ‘Onze Mowgli is eindelijk veilig in het mannendorp. Hij heeft zijn ware thuis gevonden. ‘