Brooddeeg figuren

Brooddeeg maken

ingrediënten
Hier zijn verschillende manieren, en verhouding, om brooddeeg te maken. Dit is de meest gangbare:
4 delen bloem ….. 2 delen zout ….. 2 delen water
bijvoorbeeld
500g ongebleekt meel ….. 250g zout ….. 250ml water

De grammen zijn afhankelijk van de hoeveelheid die je wilt maken. De grote hoeveelheid zout geeft al aan dat het brood niet om te eten is. De grote hoeveelheid zout is nodig voor de conservering en de hardheid van het baksel.

bereiding
Doe meel en zout bijeen in een kom en meng ze door elkaar. Voeg daarna het water toe en kneed hiervan een stevig deeg. Hiervoor kunt u het beste een mixer met deeghaken gebruiken, maar het kan ook met de hand.
Hoe weet u wanneer het deeg klaar is voor gebruik? Als het aan de wanden van de kom (of aan uw handen) kleeft, zit er te veel water in – voeg dan meel toe tot het niet meer plakkerig is. Als het kruimelig is of scheurt wanneer u het uitrolt, is het te droog – doe er dan wat water bij, steeds met twee eetlepels tegelijk totdat het de juiste dikte heeft.
Bewaar het deeg in een plastic zak totdat u het gaat gebruiken. Haal er zoveel uit als u nodig hebt, kneed het licht en rol het daarna tussen uw handen of met een deegroller uit. Maak in het laatste geval gebruik van een licht met bloem bestoven werkvlak.

bakken
Het bakken moet geleidelijk aan gaan en niet te hevig. Je moet de deegfiguurtjes wel in de gaten blijven houden. Is het deegfiguurtje niet hard genoeg, dan moet je het langer in de oven laten. Afhankelijk van de dikte van de figuurtjes zal de baktijd 1 tot 3 uur bedragen op ongeveer 100 graden Celsius. Bij dikkere figuren moet je al snel aan 10 uur denken. Je kunt het deeg ook gewoon op kamertemperatuur laten drogen, dit zal echter wel enkele dagen in beslag nemen. Controleer het baksel door er met een vork tegenaan te tikken. Als u een steenachtig geluid hoort, is het goed.

Badkamerdeurtegel

  • Rol een stukje deeg ter grootte van een walnoot uit tot 1,5mm dik. Snijd het bad uit een leg het op het ronde stuk deeg. Maak de streepjes met een boetseerhoutje.
  • Rol voor elke berekop een balletje deeg ter grootte van een hazelnoot en leg ze boven het bad. Gebruik voor oren, snuit en poten een stukje deeg ter grootte van een boon, modelleer ze in vorm en druk ze vast met een boetseerhoutje. Voor de neus neemt u een piepklein balletje deeg. Maak de ogen met behulp van een tandenstoker.
  • Rol voor de bladeren het groene deeg dun uit en leg het bladsjabloon erop. Snijd ze uit met een scherp mes. Snijd de bloemen op dezelfde wijze uit het roze deeg. Leg eerste de bladeren neer. Druk een potlood met stompe punt in het hart van de bloemen en leg ze hiermee op de bladeren. Leg in het midden een klein deegballetje.
  • Rol voor de zeepbellen deegballetjes ter grootte van een erwt en leg ze rondom het bad en de beren.
  • Bak het deeg minstens 6 uur in de oven of totdat het keihard is. Bevestig de haak na 1 uur in de oven.

De familie teddybeer

  • Neem voor ieder groot berelijf een flinke handvol deeg en kneed twee balletjes. Rol deze uit tot een dikke, langwerpige vorm. Leg ze naast elkaar op de folie of het papier en druk ze voorzichtig tegen elkaar aan.
  • Gebruik voor de kleine beren twee kleine handjes deeg en herhaal stap 1. Druk ze aan weerskanten tegen de grote beren en let erop dat de vier lijfjes onderaan gelijk liggen. Ze moeten aan elkaar vastzitten.
  • Snijd met een keukenmes 1,5 cm van de onderkant.
  • Maak de groeven voor de benen van vader en zoon met een mesje.
  • Rol voor de grote berekoppen een klein handje deeg tussen uw handen tot een balletje. Leg dit boven het lijf en druk voorzichtig aan tot het vastzit. Modelleer stukjes deeg ter grootte van een boon voor de oren en druk ze tegen de kop met het boetseerhoutje. Gebruik een iets kleiner stukje deeg voor de snuit en een piepklein balletje deeg voor de neus. Maak de ogen met behulp van een tandenstoker.
  • Maak voor de boord aan vaders trui een worstje van deeg en druk dit plat tussen uw handpalmen. Snijd één strook van 1cm breed af voor de onderkant van de trui en één voor de hals. Gebruik het boetseerhoutje om de ribbels in het deeg te maken.
  • Rol voor de armen van de grote beren een handje deeg en snijd dit schuin doormidden. Leg het snijvlak tegen de buitenkant van de lijfjes.
  • Rol voor de kleine berekoppen twee stukjes deeg tussen uw handpalmen. Druk met uw duim een holletje bij de elleboog van de grote beren waar de kleine koppen komen. Leg deze op hun plaats en druk aan tot ze aan het lijf plakken. Maak de gezichten zoals bij de grote beren.
  • Maak de kleine berenarmen van een stuk deeg ter grootte van een walnoot en rol dit uit tot een worstje van 6 cm. Snijd het schuin doormidden en leg de snijvlakken tegen de zijkant van de kleine beren.
  • Rol voor de hoed een stuk deeg uit tot 1 cm dik. Snijd een rond stuk uit met het koekvormpje. Snijd met een mesje een halve maan uit voor de rand en leg deze over het voorhoofd. Gebruik voor de bol van de hoed een langwerpig stuk deeg en duw dit in het midden omhoog met uw duimen. Leg dit achter de rand. Snijd met behulp van het sjabloon de bloem uit een stuk deeg uitgerold tot 5mm dik. Leg deze op de hoed en plaats een klein balletje deeg in het hart.
  • Rol voor de strik een stuk deeg uit tot 5mm dik op een met bloem bestoven werkvlak. Snijd een strook van 1cm breed en 4cm lang af en snijd deze in vorm. Duw met het boetseerhoutje in het midden om de knoop te vormen en maak aan weerskanten plooitjes. Snijd twee dunne stroken deeg voor de linten en leg ze onder de strik.
  • Maak de in elkaar gehaakte armen van een klein handje deeg. Rol dit tot een worstje van 7cm lang en snijd deze op 5cm van een uiteinde schuin door. Leg het langste stuk over de borst van de vader en daarna het andere eroverheen.
  • Rol voor de voeten kleine deegballetjes en druk ze tegen de lijfjes.
  • Maak de bloemen op de jurk van kleine schijfjes deeg, leg ze op hun plaats en druk erop met een bloemenstempel of de dop van een viltstift.
  • Bak het deeg 15 uur in de oven of totdat het keihard is.
  • Laten afkoelen. Schilder kleding en gezichten en lak de hele familie.

Babybeer met ballon

  • Neem voor het lijf een handje deeg en rol het tot een bal. Rol het daarna voorzichtig tot een dikke, langwerpige vorm. Leg deze op de folie of het papier.
  • Rol voor de kop een klein handje deeg tot een balletje en leg het boven tegen het lijf. Zachtjes vastdrukken.
  • Rol voor de poten een klein handje deeg tussen uw handen tot een worstje van 10cm lang en 4cm dik, en snijd dit schuin doormidden. Leg de ene poot recht onder het lijf en de ander naar opzij wijzend, met de snijvlakken tegen het lijf.
  • Rol voor de armen een klein handje deeg tussen uw handen tot een worstje van 9cm lang en 2cm dik. Snijd dit schuin doormidden en bevestig de armen aan het lijf.
  • Maak de oren van twee stukjes deeg ter grootte van een boon en druk ze op de kop met het boetseerhoutje. Gebruik een klein stukje deeg voor de snuit en een piepklein stukje voor de neus. Maak de ogen met een tandenstoker.
  • Rol voor de vlinderdas een stukje deeg uit tot 5mm dik op een met bloem bestoven werkvlak. Snijd een strook van 12cm breed en 4cm lang af, en snijd deze in model. Druk de knoop in het deeg met het boetseerhoutje en teken plooitjes aan weerskanten. Leg hem op de hals van de beer.
  • Maak de ballon van een klein handje deeg. Rol dit tot een balletje en druk het enigszins plat. Maak hieraan een stukje deeg ter grootte van een erwt vast en druk het plat met het boetseerhoutje. Teken met het boetseerhoutje wat lijntjes onder de knoop.
  • Bak het deeg 10 uur of totdat het keihard is. Bevestig na 2 uur de haak aan de achterkant van de beer en druk de paperclip in de ballon.
  • Laten afkoelen. Schilder gezicht, vlinderdas en ballon, en lak het figuur. Plak met lijm het gouddraad met het ene uiteinde vast aan de achterkant van de ballon en met het andere aan de poot.

De Drie Beren

  • VADER BEER
    Het hoofd: vorm een balletje voor het hoofd en trek er een neusje uit. Maak balletjes voor de oren en druk ze plat. Snij de onderkant eraf. Plaats de oren op het hoofd. Plak de ogen en neus op het hoofd. De mond kerf je erin met een mesje.
    Het lijf: snij een stukje van een ovale vorm. Bevestig het hoofd op het lijf. Plak de handen (balletjes) aan de armen (rolletjes). Plak de armen op hun plaats.
    De benen: het rolletje voor de benen mag niet breder zijn dan het lijf. Snij het rolletje doormidden. Rol ze rond en plaats ze onder het lijf. Plat de voeten (balletjes) af en bevestig ze onder de benen.
    De afwerking: een dunne reep om de nek dient als sjaal. Twee balletjes zijn pompons, 3 kleine balletjes zijn de knopen.
  • MOEDER BEER
    Het hoofd: maak het hoofd op dezelfde manier als bij Vader Beer.
    Het lijf en de Jurk: plat een balletje een beetje af en snij de onderkant er vanaf. Doe hetzelfde voor de jurk. Plat het balletje af en snij de onderkant er vanaf. Bevestig het lijf aan de jurk en het hoofd aan het lijf. Bevestig de armen net zoals bij Vader Beer.
    Kraag: snij voor het kraagje een dunne reep deeg en snij het rond af. Plaats het kraagje om de nek. Een klein balletje is de broche.
    Schort: snij uit een plak deeg een vierkant en rond de hoeken af. Bevestig dit op de rok. Kerf een ruitmotief in de schort. Maak een dunne band en bevestig hem aan de taille.
  • KLEIN BEERTJE
    Het lijf: plat de cilinder af. Hol 1/3 van de cilinder met je vingers uit. Plaats het hoofd op de rolletjes kraag en het geheel op de cilindervorm. Bevestig de armen en de voeten. Dunne reepjes deeg zijn de bretels en balletjes zijn de knopen.