Beertje Pippeloentje

Het eerste versje van Annie M.G. Schmidt over het beertje Pippeloentje, werd in 1950 opgenomen in de bundel ‘het Fluitketeltje’. Daarna zijn de versjes over het beertje klassiekers in de Nederlandse taal geworden. Het zijn twaalf versjes die voor het eerst samen verschenen in 1958. Bestemd voor kinderen van 6 jaar en ouder. De versjes zijn door de jaren heen door verschillende tekenaars van illustraties voorzien. Onder andere door Jan Jutte en Harrie Geelen. In 1995 kreeg het boek de Gouden Penseel.

Beertje Pippeloentje is ook verschenen in Duitsland (Pippelu die kleine bär) en Frankrijk (Le comptines de Robinson).

Annie M.G. Schmidt

Geboren: 20 mei 1911, Kapelle, Nederland
Overleden: 21 mei 1995
Debuut: ‘En wat dan nog?’
Werken: Abeltje, Jip en Janneke, Pluk van de Petteflet, Otje
Prijzen: Hans Christian Anderson Medal (1988), Nederlandse Staatsprijs voor Kinder- en jeugdliteratuur (1965)
Biografie: Na de HBS begon Annie M.G. Schmidt aan een cursus steno en typen bij Schoevers. Daarna werkte ze als au pair in Hannover. Terug in Nederland deed ze de bibliotheek opleiding en werkte in verschillende bibliotheken. Na de 2e Wereldoorlog ging ze werken bij ‘Het Parool’ en kreeg daar een kinderrubriek. Al in 1938 waren haar eerste gedichten verschenen, maar haar eerste boek verscheen pas in 1950. Ze woonden een paar jaar in Frankrijk, maar na het overlijden van haar man ging ze weer in Nederland wonen.
Profiel: Annie M.G. Schmidt heeft veel geschreven. Naast boeken, verhalen en gedichten voor kinderen schreef ze boeken en gedichten voor volwassenen, en teksten voor liedjes, cabaret, toneelstukken, radio- en televisieprogramma’s. In de jaren ’50 schreef ze ieder jaar een bundel gedichten voor kinderen. Deze gedichten zijn speels, gaan vaak over malle dingen die gebeuren met deftige mensen of over kinderen die rebelleren.